NSG helpt consumenten en producenten
Aan bewoners van appartementen worden eisen gesteld aan de geluiddemping van een te leggen bedekking op hun vloeren. Daarover bestaan veel misverstanden. Met de uitgifte van een geluidkeurmerk voor ondervloerproducten schept de NSG duidelijkheid. De firma Unifloor in Deventer is het eerste bedrijf dat gebruik maakt van een dergelijk NSG kwaliteitslabel.
De NSG heeft in de jaren negentig van de vorige eeuw aangegeven dat bedekkingen op vloeren de contactgeluidisolatie van betonvloeren met 10 dB moet verbeteren ten einde de kans op hinder wezenlijk te verkleinen. Die 10 dB-eis is nu algemeen gangbaar in huurcontracten en huishoudelijke reglementen.
Misverstanden
Over het onderwerp bestaan bij niet-deskundigen vele misverstanden. Dat is niet zo vreemd, want de leek duizelt het van allerlei aanduidingen.
Een factor die daarbij een rol speelt, is dat op de verpakking van veel ondervloeren en vloerbedekkingen verschillende Europese grootheden voor (de reductie van) contactgeluid worden gebruikt. De in Nederland gangbare grootheid voor eenzelfde ondervloerpoduct toont een veel lagere waarde dan wat elders in Europa wordt gehanteerd. Bovendien zijn deze cijfers verschillend voor betonvloeren en houten basisvloeren. Daarnaast vergt een vloerbedekking op een verend opgelegde ( zwevende) dekvloer, die sinds 2003 worden toegepast door de aanscherping van de eisen in het Bouwbesluit, een andere aanpak. Dit is voor consumenten en zelfs voor professionals vaak niet meer te volgen, zodat vanuit geluidhinderoogpunt vloerbedekking wordt gelegd die loopgeluiden te weinig reduceren.
Keurmerk
Het NSG-keurmerk toont duidelijk de reductiewaarde en op welke basisvloer het kan worden toegepast. Leveranciers van (onder)vloerbedekkingen die gebruik maken van het keurmerk worden door de NSG gecontroleerd op basis van het vereiste onderzoeksrapport. Het keurmerk is vijf jaar geldig. Daarna zal het product opnieuw moeten worden getest in een akoestisch laboratorium.
Bij de aanschaf van een ondervloerproduct behoeven consumenten slechts te letten op het keurmerk. Zodoende voldoen ze aan de eis die gewoonlijk in hun huishoudelijk reglement is gesteld. En zelfs als het reglement daarin onvoldoende duidelijk is, wordt verondersteld dat de 10-eis van toepassing is. Zo blijkt uit jurisprudentie.
Lage tonen
Op houten draagvloeren en zwevende dekvloeren worden producten toegepast die een onvoldoende of soms zelfs een averechtse dempende functie hebben. Daarbij spelen lage tonen een doorslaggevende rol.
Hieronder een voorbeeld die dat laat zien. Het product is op een relatief zware monolieten betonvloer getest in het laboratorium. Het daar gevonden getal kan je niet toepassen bij een houten draagvloer of een zwevende dekvloer. De reden daarvan is dat bij dit soort basisvloerende lage tonen dominant zijn en daar scoort een ondervloerproduct niet of nauwelijks. De grafiek laat dat zien: bij de lage tonen (63 en 125 Hz) is de verbetering minder dan 5 dB.
Soms proberen bewoners dat effect te compenseren door op sokken te gaan lopen. Een aantal gaat dan meer op de hielen lopen en dat bevordert dan weer het opwekken van dreungeluiden.
Bij spelende kinderen gaat het helemaal mis.
Bij oude etagewoningen is al snel een bouwkundige aanpak nodig. Bij zwevende dekvloeren wordt ontraden geluiddempende ondervloerproducten toe te passen.
De NSG krijgt dagelijks vragen, met name van bewoners uit oude etagewoningen.
Hier de link naar de webpagina van producten met het NSG keurmerk.